Nieuws
De dwarsfluit - zondag 16 februari 2020 |
De dwarsfluit - in de klassieke muziek meestal kortweg fluit genoemd - wordt, zoals de naam aangeeft, dwars op de lippen geblazen.
De eerste dwarsfluiten waren alleen van hout. Men noemde ze toen Traverso.


De toon van de dwarsfluit was veel beter te horen dan die van de blokfluit en daardoor geschikter voor het spelen in orkesten. Een aantal tonen van de dwarsfluit klonken nog steeds erg onzuiver. Dat kwam door de plaatsing van de toongaten (omdat die ver uit elkaar zaten, was het moeilijk om de gaten helemaal met de vingertoppen af te sluiten), door de beperkte grootte van de toongaten (die immers met een vingertop moesten worden afgesloten) en doordat vorkgrepen, een onlogische vingerzetting, nodig waren om chromatisch te kunnen spelen. Deze fluiten worden nog steeds gebruikt in het Barokorkest.
De moderne dwarsfluit, tegenwoordig meestal van metaal, is door Theobald Böhm ontwikkeld uit de traverso. Eerst ontstonden er houten dwarsfluiten met een paar kleppen, zodat men al zuiverder kon spelen. De gaten konden verder weg worden geplaatst dan waar men normaal met de vingers bij zou kunnen.

Er bestaan verschillende soorten dwarsfluiten; de kleinste heet piccolo genoemd, zo heb je ook een altfluit en basfluit. Deze zijn beiden groter dan de gewone dwarsfluit. De piccolo speelt de hoogste tonen en de basfluit de laagste.
De dwarsfluit zoals we die nu kennen, is begin 19e eeuw ontwikkeld door Theobald Böhm. Hij ontwierp een kleppensysteem waardoor het mogelijk is om met 10 vingers volledig chromatisch te kunnen spelen. Het kleppensysteem maakte het mogelijk om de toongaten veel groter te maken, waardoor de klank verbeterde. Ook kon het bereik uitgebreid worden tot de lage C.
Tegenwoordig zijn de dwarsfluiten van metaal of zilveren en er bestaan ook gouden fluiten.

Een dwarsfluit bestaat uit een kopstuk met een lipplaat, het middenstuk met kleppen die door de vingers bewogen kunnen worden en het voetstuk. Hij wordt bij het spelen dwars naar rechts gehouden. De dwarsfluit heeft een toonomvang van meer dan 3 octaven. Trek je de kop wat uit de fluit, dan wordt de fluit langer en dus lager van toon.
De dwarsfluiten horen bij de houten blaasinstrumenten.
Tegenwoordig zijn er ook fluiten met open kleppen. Hierdoor kun je meer tonen spelen dan er normaal op een fluit zitten, door de kleppen niet helemaal goed te spelen kun je b.v glissando's spelen. Je kunt dopjes in de kleppen doen waardoor de gaten weer gesloten zijn.

Voor de jongere beginner zijn er fluiten met een gebogen kopstuk.

Als aanschaf is het altijd handig om een fluit met e mechaniek te kopen. Hierdoor wordt het spelen van de e-3 gemakkelijker.

Tegenwoordig maakt men ook ergonomische kopstukken, waardoor men de fluit niet meer naar rechts hoeft te houden.


Een paar voorbeelden van dwarsfluitmuziek:.